Autoriteit Persoonsgegevens geeft positief oordeel over uitvraag ggz

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft gegevens nodig om de zorgvraagtypering in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg te verbeteren. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de onderbouwing van deze gegevensaanlevering getoetst en komt tot de conclusie dat de uitvraag rechtmatig is.

Regelgeving aangepast

De AP ziet toe op de naleving van de wettelijke regels over de bescherming van persoonsgegevens. Een andere belangrijke taak van de AP is om te adviseren over wet- en regelgeving met een mogelijke privacyimpact. De AP heeft in de afgelopen maanden de doelen, keuzes en onderbouwing rond zorgvraagtypering onderzocht. Uit dit advies volgen enkele kleine aanpassingen. In de regelgeving beschrijven we duidelijker dat we de data na 2 jaar verwijderen en dat we die niet koppelen aan andere datastromen binnen de NZa. We gaan de gegevens eenmalig over één jaar uitvragen. Met deze aangepaste regeling volgen we het advies van de AP. Daarnaast is de uitvraag, zoals door de NZa is vormgegeven, in overeenstemming met de recent in de Tweede Kamer aangenomen motie Hijink/Westerveld.

Wat vraagt de NZa op?

De informatie die de NZa verwerkt voor het verbeteren van de zorgvraagtypering bevat gegevens op patiëntniveau maar zonder direct identificeerbare kenmerken zoals naam, (pseudo)BSN, geslacht, geboortedatum, woonplaats, postcode, informatie met data van de verblijfsdagen, zorgtrajectnummer en type consult. Wij behandelen deze gegevens als bijzondere persoonsgegevens.

De gegevens die de NZa gebruikt voor de verbetering van de zorgvraagtypering zijn de scores op de HoNOS+-vragenlijst, het zorgvraagtype, de diagnosehoofdgroep, 3 kenmerken van het zorggebruik in het afgelopen jaar en opsommingen van het aantal ontvangen behandelingen per maand.

Rechtmatig en proportioneel

In het advies zegt de AP dat de gegevens geschikt zijn voor de verdere ontwikkeling van de zorgvraagtypering en noemt de uitvraag rechtmatig en proportioneel gelet op het maatschappelijk belang dat hiermee is gemoeid. De AP bevestigt daarnaast dat zorgverleners hun geheimhoudingsplicht mogen doorbreken voor de verplichte aanlevering aan de NZa. De NZa gaat zeer zorgvuldig om met deze gegevens. Mensen die niet willen dat deze gegevens met de NZa worden gedeeld kunnen bezwaar maken door een privacyverklaring in te vullen.

Aanleveringen medio 2023

In afwachting van het advies van de AP zijn de accounts voor ggz-aanbieders waar zij hun gegevens kunnen invoeren niet aangemaakt. Dit wordt zo snel mogelijk opgepakt zodat de verplichte aanlevering vanaf 1 juli 2023 kan plaatsvinden. De gegevens moeten voor 1 september 2023 bij de NZa zijn aangeleverd. Binnenkort informeren we de zorgaanbieders via e-mail verder over het aanleveren van de gegevens.

Zorgvraagtypering

Iedere patiënt heeft recht op goede en tijdige zorg. De toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg staan onder druk, ook in de ggz. De NZa heeft samen met 12 branchepartijen gekozen voor de zorgvraagtypering om dit probleem aan te pakken. Zorgvraagtypering draagt bij aan het verhelpen van deze problemen, omdat het inzicht biedt in de zorgzwaarte van patiëntgroepen. Hierdoor kunnen passendere prijsafspraken worden gemaakt tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar, vooral bij complexe zorgvragen. Ook kunnen middelen en personeel beter verdeeld worden. Dit draagt bij aan het verminderen van de wachtlijsten. Om deze doelen te realiseren, moet de zorgvraagtypering verder ontwikkeld worden. Hierdoor heeft de NZa gegevens nodig van de HoNOS+-vragenlijst die onderdeel is van de zorgvraagtypering.

 

Bron: NZa