Veelgestelde vragen
Patiënten
Mag ik contact met een naaste van de patiënt als consult in rekening brengen?
Ja. Direct, ononderbroken, zorginhoudelijk contact met een naaste van de patiënt mag u als een regulier consult in rekening brengen. Voorwaarde is dat dit contact plaatsvindt in het kader van de diagnostiek en / of behandeling van de zorgvraag van de patiënt.
We hebben de term ‘naasten’ niet verder gedefinieerd. Het kan per patiënt verschillen wie hier precies onder vallen. U kunt in ieder geval denken aan familieleden, gezinsleden, ouders, partner of andere naasten (het systeem) van de patiënt. Zorgprofessionals, werkgevers en hulpverleners vallen hier niet onder.
Zie ook de Informatiekaart Naasten in het zorgprestatiemodel.
Bron: NZa
Ja. Direct, ononderbroken, zorginhoudelijk contact met een naaste van de patiënt mag u als een regulier consult in rekening brengen. Voorwaarde is dat dit contact plaatsvindt in het kader van de diagnostiek en / of behandeling van de zorgvraag van de patiënt.
We hebben de term ‘naasten’ niet verder gedefinieerd. Het kan per patiënt verschillen wie hier precies onder vallen. U kunt in ieder geval denken aan familieleden, gezinsleden, ouders, partner of andere naasten (het systeem) van de patiënt. Zorgprofessionals, werkgevers en hulpverleners vallen hier niet onder.
Zie ook de Informatiekaart Naasten in het zorgprestatiemodel.
Bron: NZa
Als ik tegelijkertijd contact heb met de patiënt en een naaste (of meerdere naasten), breng ik dan een groepsconsult in rekening?
Nee. U brengt dan alleen een individueel consult in rekening bij de patiënt. Voor de aanwezigheid van de naaste(n) brengt u niets extra’s in rekening. Immers vindt het consult plaats vanwege de behandeling van de patiënt en niet vanwege de behandeling van de naaste(n).
Als de naaste(n) een zelfstandige zorgvraag (en een verwijzing) heeft binnen de geneeskundige ggz, is het wel mogelijk een groepsconsult in rekening te brengen.
Zie ook de Informatiekaart Naasten in het zorgprestatiemodel.
Bron: NZa
Nee. U brengt dan alleen een individueel consult in rekening bij de patiënt. Voor de aanwezigheid van de naaste(n) brengt u niets extra’s in rekening. Immers vindt het consult plaats vanwege de behandeling van de patiënt en niet vanwege de behandeling van de naaste(n).
Als de naaste(n) een zelfstandige zorgvraag (en een verwijzing) heeft binnen de geneeskundige ggz, is het wel mogelijk een groepsconsult in rekening te brengen.
Zie ook de Informatiekaart Naasten in het zorgprestatiemodel.
Bron: NZa
Hoe bepaal ik als vrijgevestigd psychiater welk tarief ik in rekening breng?
Voor de vrijgevestigd psychiater heeft de NZa twee tarieven gemaakt. Welk tarief in rekening mag worden gebracht, is afhankelijk van de zorgvraag van de patiënt en of de inzet van de vrijgevestigd psychiater hiervoor noodzakelijk is of niet. Hiermee wilt de NZa stimuleren dat zorg waarbij de betrokkenheid van een psychiater vereist is beter wordt beloond dan zorg waarbij dat niet een vereiste is. Voor welke zorg de inzet van een psychiater als regiebehandelaar noodzakelijk is, staat omschreven in het Landelijk Kwaliteitsstatuut ggz.
In de Informatiekaart tariefdifferentiatie psychiater ggz wordt dit verder toegelicht
Bron: NZa
Voor de vrijgevestigd psychiater heeft de NZa twee tarieven gemaakt. Welk tarief in rekening mag worden gebracht, is afhankelijk van de zorgvraag van de patiënt en of de inzet van de vrijgevestigd psychiater hiervoor noodzakelijk is of niet. Hiermee wilt de NZa stimuleren dat zorg waarbij de betrokkenheid van een psychiater vereist is beter wordt beloond dan zorg waarbij dat niet een vereiste is. Voor welke zorg de inzet van een psychiater als regiebehandelaar noodzakelijk is, staat omschreven in het Landelijk Kwaliteitsstatuut ggz.
In de Informatiekaart tariefdifferentiatie psychiater ggz wordt dit verder toegelicht
Bron: NZa
Houdt het zorgprestatiemodel rekening met de gevolgen van taalbarrières en culturele achtergrond?
Ja. Als een consult door een taalbarrière of de culturele achtergrond van een patiënt langer duurt, kan dat gewoon in rekening worden gebracht.
Ja. Als een consult door een taalbarrière of de culturele achtergrond van een patiënt langer duurt, kan dat gewoon in rekening worden gebracht.
Zijn er patiëntfolders over het zorgprestatiemodel? Of moet elke zorgaanbieder zelf de informatie aan patiënten regelen?
Er zijn patiëntfolders beschikbaar, die zorgaanbieders kunnen gebruiken om patiënten te informeren. Deze staan op de pagina Downloads onder de kop ‘Communicatie toolkit’.
Er zijn patiëntfolders beschikbaar, die zorgaanbieders kunnen gebruiken om patiënten te informeren. Deze staan op de pagina Downloads onder de kop ‘Communicatie toolkit’.
Welke rol krijgen naasten van de patiënt in het zorgprestatiemodel? Kan ik triadisch werken?
Een zorgverlener bepaalt zelf of en wanneer naasten bij de behandeling worden betrokken.
Voor een contact met naasten kan een consult worden geregistreerd. Een consult is volgens de beleidsregel van de NZa namelijk een direct, ononderbroken en zorginhoudelijk contact tussen zorgverlener en (forensische) patiënt en/of naasten van de patiënt.
Een zorgverlener bepaalt zelf of en wanneer naasten bij de behandeling worden betrokken.
Voor een contact met naasten kan een consult worden geregistreerd. Een consult is volgens de beleidsregel van de NZa namelijk een direct, ononderbroken en zorginhoudelijk contact tussen zorgverlener en (forensische) patiënt en/of naasten van de patiënt.
Hoe gaan we om met de privacyverklaring in het zorgprestatiemodel?
De privacyverklaring blijft bestaan. Heeft u als zorgaanbieder een getekende privacyverklaring volgens het model van de NZa in het dossier? Dan hoeven op de factuur geen DSM-hoofdgroep en zorgvraagtype te worden vermeld.
Bron: NZa
De privacyverklaring blijft bestaan. Heeft u als zorgaanbieder een getekende privacyverklaring volgens het model van de NZa in het dossier? Dan hoeven op de factuur geen DSM-hoofdgroep en zorgvraagtype te worden vermeld.
Bron: NZa
Blijft de vrije keuze van behandelaar voor de patiënt van kracht?
Het zorgprestatiemodel regelt de bekostiging van zorg. De aanspraak op zorg volgens de Zorgverzekeringswet verandert niet. Het recht om zelf een zorgverlener of zorgaanbieder te kiezen ook niet. Het kan wel zijn dat de verzekeringspolis voorwaarden stelt.
Het zorgprestatiemodel regelt de bekostiging van zorg. De aanspraak op zorg volgens de Zorgverzekeringswet verandert niet. Het recht om zelf een zorgverlener of zorgaanbieder te kiezen ook niet. Het kan wel zijn dat de verzekeringspolis voorwaarden stelt.
Eigen risico
Moet een verzekerde twee keer eigen risico betalen als een behandeling over een jaargrens heengaat?
Ja. Vanaf 2022 telt de behandeling in de ggz elk kalenderjaar opnieuw mee voor het eigen risico. Meer informatie staat in de factsheet Zorgprestatiemodel en eigen risico.
Ja. Vanaf 2022 telt de behandeling in de ggz elk kalenderjaar opnieuw mee voor het eigen risico. Meer informatie staat in de factsheet Zorgprestatiemodel en eigen risico.
Komt er een overgangsregeling voor het eigen risico bij harde afsluiting van een dbc?
Nee. De gewone regels van het eigen risico gelden. Als een behandeling die in 2021 is gestart in 2022 doorgaat onder het zorgprestatiemodel, betaalt de patiënt twee keer eigen risico. Een keer voor de dbc of prestatie basis-ggz die in 2021 is gestart en afgesloten, en een keer voor de zorg in 2022.
Bron: NZa
Nee. De gewone regels van het eigen risico gelden. Als een behandeling die in 2021 is gestart in 2022 doorgaat onder het zorgprestatiemodel, betaalt de patiënt twee keer eigen risico. Een keer voor de dbc of prestatie basis-ggz die in 2021 is gestart en afgesloten, en een keer voor de zorg in 2022.
Bron: NZa
Prestaties
Een consult langer duurt soms langer dan 120 minuten. Hoe wordt dat vormgegeven?
Voor de consulten gelden ‘vanaf’ grenzen. Een consult van bijvoorbeeld 140 minuten valt dus in de categorie ‘consult vanaf 120 minuten’. Dat is het langste consult. Consulten kunnen alleen worden ‘gestapeld’ als er een onderbreking om zorginhoudelijke redenen tussen zit. Een korte pauze, bijvoorbeeld om koffie te halen, valt daar niet onder.
Bron: NZa
Voor de consulten gelden ‘vanaf’ grenzen. Een consult van bijvoorbeeld 140 minuten valt dus in de categorie ‘consult vanaf 120 minuten’. Dat is het langste consult. Consulten kunnen alleen worden ‘gestapeld’ als er een onderbreking om zorginhoudelijke redenen tussen zit. Een korte pauze, bijvoorbeeld om koffie te halen, valt daar niet onder.
Bron: NZa
Ik heb 45 minuten voor een consult gepland, maar het duurt slechts 30 minuten. Hoeveel tijd mag ik voor dit consult declareren?
In het zorgprestatiemodel is de planning leidend voor de declaraties (mits je je houdt aan de Spelregel Planning = Realisatie). In dit geval declareer je dus 45 minuten voor dit consult.
Bron: NZa
In het zorgprestatiemodel is de planning leidend voor de declaraties (mits je je houdt aan de Spelregel Planning = Realisatie). In dit geval declareer je dus 45 minuten voor dit consult.
Bron: NZa
Mag ik voor een patiënt die slechts 1 dag wordt opgenomen, maar verder poliklinisch behandeld wordt, een klinisch consult registreren?
Ja, dit mag. Alle behandelconsulten en diagnostiekconsulten geleverd op een verblijfsdag vallen in de setting Klinisch (exclusief fz) (voor Zvw-patiënten) of Forensische en beveiligde zorg, klinisch (voor Wfz-patiënten). Zodra de patiënt (weer) ambulant of outreachend behandeld wordt, kan een consult uit de betreffende niet-klinische settings gedeclareerd worden.
Bron: NZa
Ja, dit mag. Alle behandelconsulten en diagnostiekconsulten geleverd op een verblijfsdag vallen in de setting Klinisch (exclusief fz) (voor Zvw-patiënten) of Forensische en beveiligde zorg, klinisch (voor Wfz-patiënten). Zodra de patiënt (weer) ambulant of outreachend behandeld wordt, kan een consult uit de betreffende niet-klinische settings gedeclareerd worden.
Bron: NZa
Moet ik voor vaktherapie, geleverd op een verblijfsdag, een behandelconsult registreren?
Nee, om administratieve lasten te verlagen is ervoor gekozen de kosten voor vaktherapie te verwerken in het tarief voor de verblijfsdag. Ook dagbesteding is in dit tarief verwerkt.
Bron: NZa
Nee, om administratieve lasten te verlagen is ervoor gekozen de kosten voor vaktherapie te verwerken in het tarief voor de verblijfsdag. Ook dagbesteding is in dit tarief verwerkt.
Bron: NZa
Is er een vergoeding voor reistijd?
Ja, er zijn vier toeslagen voor reistijd:
- ggz reistijd tot 25 minuten
- ggz reistijd vanaf 25 minuten
- fz reistijd tot 45 minuten
- fz reistijd vanaf 45 minuten
De toeslag geldt per consult. Welke toeslag van toepassing is bepaal je door de werkelijke reistijd van de heen- en terugreis bij elkaar op te tellen. Het is niet mogelijk om reistijd te registreren bij groepsconsulten.
Bron: NZa
Ja, er zijn vier toeslagen voor reistijd:
- ggz reistijd tot 25 minuten
- ggz reistijd vanaf 25 minuten
- fz reistijd tot 45 minuten
- fz reistijd vanaf 45 minuten
De toeslag geldt per consult. Welke toeslag van toepassing is bepaal je door de werkelijke reistijd van de heen- en terugreis bij elkaar op te tellen. Het is niet mogelijk om reistijd te registreren bij groepsconsulten.
Bron: NZa
Mag je een no-show declareren?
Bij een ‘no-show’ wordt er geen zorg geleverd. Daarom is hier geen prestatie/tarief voor. Een zorgaanbieder kan wel als eigen beleid hebben dat de patiënt die niet komt opdagen een vast bedrag moet betalen. Dat moet dan vooraf aan de patiënt worden meegedeeld.
Bron: NZa
Bij een ‘no-show’ wordt er geen zorg geleverd. Daarom is hier geen prestatie/tarief voor. Een zorgaanbieder kan wel als eigen beleid hebben dat de patiënt die niet komt opdagen een vast bedrag moet betalen. Dat moet dan vooraf aan de patiënt worden meegedeeld.
Bron: NZa
Wanneer valt chatten met een cliënt onder asynchrone digitale zorg?
In artikel 2.3 lid 2 van de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137b) staat: Voor asynchrone digitale zorg geldt het volgende. De zorgaanbieder registreert één consult per dag op basis van de totale tijd besteed aan het contact met de patiënt op verschillende momenten van die dag.
Een chatgesprek kan zowel onder synchrone als onder asynchrone zorg vallen. Wanneer een behandelaar gedurende een bepaalde periode ononderbroken met één chatconversatie bezig is, dan hoeft de asynchrone regel niet gebruikt te worden. In dat geval kan het consult worden gekozen op basis van de directe tijd die is geleverd.
Een chatgesprek is asynchroon, wanneer een behandelaar bijvoorbeeld verschillende chats tegelijk open heeft staan en zijn aandacht verdeeld over verschillende gesprekken. De contacten zijn dan steeds onderbroken. De asynchrone regel moet dan worden toegepast om één consult te declareren en niet meerdere korte consulten.
Bron: NZa
In artikel 2.3 lid 2 van de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137b) staat: Voor asynchrone digitale zorg geldt het volgende. De zorgaanbieder registreert één consult per dag op basis van de totale tijd besteed aan het contact met de patiënt op verschillende momenten van die dag.
Een chatgesprek kan zowel onder synchrone als onder asynchrone zorg vallen. Wanneer een behandelaar gedurende een bepaalde periode ononderbroken met één chatconversatie bezig is, dan hoeft de asynchrone regel niet gebruikt te worden. In dat geval kan het consult worden gekozen op basis van de directe tijd die is geleverd.
Een chatgesprek is asynchroon, wanneer een behandelaar bijvoorbeeld verschillende chats tegelijk open heeft staan en zijn aandacht verdeeld over verschillende gesprekken. De contacten zijn dan steeds onderbroken. De asynchrone regel moet dan worden toegepast om één consult te declareren en niet meerdere korte consulten.
Bron: NZa
Is het verplicht de AGB-code te vermelden op de factuur?
Als een behandelaar een AGB-code heeft, is het verplicht deze te registeren en op de factuur te vermelden naar de zorgverzekeraar. Het vermelden van de AGB-code valt ook onder de informatieverplichting naar de NZa toe.
Dit geldt voor de AGB-code van de zorgaanbieder (op instellingsniveau), de AGB-code van de regiebehandelaar, de AGB-code van de verwijzer, en de AGB-code van de behandelaar die de prestatie heeft geleverd. Voor deze laatste groep geldt dat als de behandelaar geen AGB-code heeft, dan het beroep op de factuur wordt vermeld.
Alle informatieverplichtingen staan in de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (NR/REG-2214b).
Een AGB-code kunt u via Vektis aanvragen.
Bron: NZa
Als een behandelaar een AGB-code heeft, is het verplicht deze te registeren en op de factuur te vermelden naar de zorgverzekeraar. Het vermelden van de AGB-code valt ook onder de informatieverplichting naar de NZa toe.
Dit geldt voor de AGB-code van de zorgaanbieder (op instellingsniveau), de AGB-code van de regiebehandelaar, de AGB-code van de verwijzer, en de AGB-code van de behandelaar die de prestatie heeft geleverd. Voor deze laatste groep geldt dat als de behandelaar geen AGB-code heeft, dan het beroep op de factuur wordt vermeld.
Alle informatieverplichtingen staan in de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (NR/REG-2214b).
Een AGB-code kunt u via Vektis aanvragen.
Bron: NZa
Hoe toon ik als zorgaanbieder aan dat de geplande directe tijd gemiddeld overeenkomt met de gerealiseerde tijd?
U mag ervoor kiezen om consulten te registreren conform de veldafspraak Planning = Realisatie. Dit mag ook voor groepsconsulten. Als zorgaanbieder moet u periodiek, maar minimaal 1 keer per jaar, toetsen of de gehanteerde invulling een goede benadering is van de werkelijk bestede tijd. Dit is om te voorkomen dat de geregistreerde tijd bij Planning = Realisatie structureel af zou kunnen gaan wijken van de werkelijk bestede tijd. De manier waarop u dit toetst, kunt u verder zelf invullen. Vanuit de NZa is daar geen standaard voor. Corrigeren met terugwerkende kracht op basis van de uitkomsten van de periodieke toetsing is niet nodig.
Bron: NZa
U mag ervoor kiezen om consulten te registreren conform de veldafspraak Planning = Realisatie. Dit mag ook voor groepsconsulten. Als zorgaanbieder moet u periodiek, maar minimaal 1 keer per jaar, toetsen of de gehanteerde invulling een goede benadering is van de werkelijk bestede tijd. Dit is om te voorkomen dat de geregistreerde tijd bij Planning = Realisatie structureel af zou kunnen gaan wijken van de werkelijk bestede tijd. De manier waarop u dit toetst, kunt u verder zelf invullen. Vanuit de NZa is daar geen standaard voor. Corrigeren met terugwerkende kracht op basis van de uitkomsten van de periodieke toetsing is niet nodig.
Bron: NZa
Klopt het dat de prestatie Verblijf zonder overnachting niet in het zorgprestatiemodel zit?
Verblijf zonder overnachting is geen zelfstandige prestatie in het zorgprestatiemodel. Als een patiënt niet overnacht, kunnen verpleging, verzorging, vaktherapie en geneeskundige begeleiding via consulten worden gedeclareerd als deze binnen de aanspraak vallen op geneeskundige ggz. Vaktherapeuten kunnen bijvoorbeeld zelfstandig consulten declareren.
Bron: NZa
Verblijf zonder overnachting is geen zelfstandige prestatie in het zorgprestatiemodel. Als een patiënt niet overnacht, kunnen verpleging, verzorging, vaktherapie en geneeskundige begeleiding via consulten worden gedeclareerd als deze binnen de aanspraak vallen op geneeskundige ggz. Vaktherapeuten kunnen bijvoorbeeld zelfstandig consulten declareren.
Bron: NZa
Hoe breng ik niet-basisverzekerde zorg in rekening?
U kunt gebruik maken van een van de volgende prestaties:
• Niet-basispakketzorg consult (ggz)
• Niet-basispakketzorg verblijf (ggz)
Bron: NZa
U kunt gebruik maken van een van de volgende prestaties:
• Niet-basispakketzorg consult (ggz)
• Niet-basispakketzorg verblijf (ggz)
Bron: NZa
Bij welke strafrechtelijke titels kan de tbs toeslag in rekening worden gebracht?
De Toeslag tbs-patiënt kan in rekening worden gebracht indien sprake is van de volgende strafrechtelijke titels:
- tbs met dwangverpleging (art. 37a jo 37b WvS)
- bevel voorlopige verpleging (art. 509i WvSv)
Bron: NZa
De Toeslag tbs-patiënt kan in rekening worden gebracht indien sprake is van de volgende strafrechtelijke titels:
- tbs met dwangverpleging (art. 37a jo 37b WvS)
- bevel voorlopige verpleging (art. 509i WvSv)
Bron: NZa
Prestaties: groepsbehandeling
Mag je voor een groepsconsult ook deelnemers meetellen die onder een andere financiering vallen?
Ja, dat moet zelfs. Deelnemers uit andere financieringsstromen moeten worden meegeteld, omdat ze mede bepalen hoeveel tijd elke individuele patiënt kan krijgen. Het zorgprestatiemodel-groepsconsult wordt echter alleen bij de Zvw- en de Wfz-patiënten in rekening gebracht.
Bron: NZa
Ja, dat moet zelfs. Deelnemers uit andere financieringsstromen moeten worden meegeteld, omdat ze mede bepalen hoeveel tijd elke individuele patiënt kan krijgen. Het zorgprestatiemodel-groepsconsult wordt echter alleen bij de Zvw- en de Wfz-patiënten in rekening gebracht.
Bron: NZa
Hoe kan ik een groepsconsult registreren bij een groepsconsult die langer duurt dan 30 minuten?
De prestatie groepsconsult kan per half uur (30 minuten) gedeclareerd worden. Dat betekent dat als een groepssessie bijvoorbeeld 60 minuten duurt, elke behandelaar per patiënt 2 keer een prestatie ‘groepsconsult’ registreert.
Bron: NZa
De prestatie groepsconsult kan per half uur (30 minuten) gedeclareerd worden. Dat betekent dat als een groepssessie bijvoorbeeld 60 minuten duurt, elke behandelaar per patiënt 2 keer een prestatie ‘groepsconsult’ registreert.
Bron: NZa
Hoe registreer je een groepssessie met meerdere behandelaren?
Als meerdere behandelaren het groepsconsult leveren kan iedere zorgverlener apart een groepsconsult registreren. De behandelaren moeten dan wel onder de consult registerende beroepen vallen.
Bron: NZa
Als meerdere behandelaren het groepsconsult leveren kan iedere zorgverlener apart een groepsconsult registreren. De behandelaren moeten dan wel onder de consult registerende beroepen vallen.
Bron: NZa
Indirecte tijd
Moet ik indirecte tijd nog registeren?
Nee. Het registeren van indirecte tijd is in het zorgprestatiemodel niet meer nodig. Indirecte tijd zit voortaan verdisconteerd in het tarief van het consult. Uiteraard zal u nog wel indirecte tijd besteden, maar er is geen verplichting om dit te registeren. Wij vinden het belangrijk dat hierover geen misverstanden bestaan. Het niet meer hoeven registeren van indirecte tijd kan een belangrijke verlichting van administratieve lasten opleveren.
Zie ook de Informatiekaart indirecte tijd.
Bron: NZa
Nee. Het registeren van indirecte tijd is in het zorgprestatiemodel niet meer nodig. Indirecte tijd zit voortaan verdisconteerd in het tarief van het consult. Uiteraard zal u nog wel indirecte tijd besteden, maar er is geen verplichting om dit te registeren. Wij vinden het belangrijk dat hierover geen misverstanden bestaan. Het niet meer hoeven registeren van indirecte tijd kan een belangrijke verlichting van administratieve lasten opleveren.
Zie ook de Informatiekaart indirecte tijd.
Bron: NZa
Bij diagnostiek of patiënten met complexe dossiers ben ik meer indirecte tijd kwijt. Hoe wordt hier rekening mee gehouden?
In een diagnostisch consult zit gemiddeld meer indirecte patiëntgebonden tijd dan in een behandelconsult. Voor wat betreft patiënten met complexe dossiers: in de consulttarieven zit het gemiddelde aan indirecte tijd opgenomen. De ene keer is dat te veel en de andere keer misschien iets te weinig.
Bron: NZa
In een diagnostisch consult zit gemiddeld meer indirecte patiëntgebonden tijd dan in een behandelconsult. Voor wat betreft patiënten met complexe dossiers: in de consulttarieven zit het gemiddelde aan indirecte tijd opgenomen. De ene keer is dat te veel en de andere keer misschien iets te weinig.
Bron: NZa
Hoe wordt het MDO vergoed?
Valt de instelling onder het Kwaliteitsstatuut sectie III? Dan is er geen aparte prestatie voor het multidisciplinair overleg (MDO). Het is verdisconteerd in het tarief.
Zorgaanbieders die onder sectie II van het Kwaliteitsstatuut vallen en die met een andere zorgverlener over een patiënt overleggen, kunnen een intercollegiaal overleg registreren en declareren. De precieze voorwaarden staan in de beleidsregel van de NZa.
Bron: NZa
Valt de instelling onder het Kwaliteitsstatuut sectie III? Dan is er geen aparte prestatie voor het multidisciplinair overleg (MDO). Het is verdisconteerd in het tarief.
Zorgaanbieders die onder sectie II van het Kwaliteitsstatuut vallen en die met een andere zorgverlener over een patiënt overleggen, kunnen een intercollegiaal overleg registreren en declareren. De precieze voorwaarden staan in de beleidsregel van de NZa.
Bron: NZa
Settings
Welke setting moet ik kiezen?
De patiënt wordt op basis van diens zorgvraag bewust verwezen naar een bepaalde setting. Uitgangspunt bij het toekennen van een setting is het behandelplan van de patiënt. Op basis hiervan kan de patiënt worden verwezen naar een geschikte behandelaar of behandelteam. In het behandelplan komt tot uitdrukking hoe de zorg wordt geleverd. Op basis daarvan bepaalt u van welke setting sprake is.
Zie ook de Informatiekaart Settings in het zorgprestatiemodel
Bron: NZa
De patiënt wordt op basis van diens zorgvraag bewust verwezen naar een bepaalde setting. Uitgangspunt bij het toekennen van een setting is het behandelplan van de patiënt. Op basis hiervan kan de patiënt worden verwezen naar een geschikte behandelaar of behandelteam. In het behandelplan komt tot uitdrukking hoe de zorg wordt geleverd. Op basis daarvan bepaalt u van welke setting sprake is.
Zie ook de Informatiekaart Settings in het zorgprestatiemodel
Bron: NZa
Hoe kies ik een setting in de intake- of diagnostiekfase?
In de diagnostiekfase maakt u als zorgaanbieder een inschatting welke setting het best past bij de situatie van de cliënt. Dit kan bijvoorbeeld op basis van de verwijzing.
Bron: NZa
In de diagnostiekfase maakt u als zorgaanbieder een inschatting welke setting het best past bij de situatie van de cliënt. Dit kan bijvoorbeeld op basis van de verwijzing.
Bron: NZa
Kan ik als zorgaanbieder meerdere settings registreren voor een patiënt?
Ja. De patiënt kan binnen één zorgaanbieder van setting wisselen als zijn of haar toestand daar aanleiding voor geeft en / of de aard van de zorglevering significant verandert. Op- en afschaling van zorg op het niveau van settings is daarmee inzichtelijk.
Bron: NZa
Ja. De patiënt kan binnen één zorgaanbieder van setting wisselen als zijn of haar toestand daar aanleiding voor geeft en / of de aard van de zorglevering significant verandert. Op- en afschaling van zorg op het niveau van settings is daarmee inzichtelijk.
Bron: NZa
Ik heb voor de setting multidisciplinair gekozen, maar later blijkt dit toch monodisciplinair te zijn. Moet ik de voorgaande consulten dan aanpassen?
Nee. U bepaalt op basis van de zorgvraag van de patiënt welke setting het beste past. Als op een later moment blijkt dat een lagere setting kan volstaan dan plaatst u op dat moment de patiënt in een andere setting. De voorgaande consulten past u niet aan. U moet kunnen onderbouwen waarom een bepaalde setting het best past(e) bij de situatie.
Bron: NZa
Nee. U bepaalt op basis van de zorgvraag van de patiënt welke setting het beste past. Als op een later moment blijkt dat een lagere setting kan volstaan dan plaatst u op dat moment de patiënt in een andere setting. De voorgaande consulten past u niet aan. U moet kunnen onderbouwen waarom een bepaalde setting het best past(e) bij de situatie.
Bron: NZa
Als wij meerdere zorgverleners met hetzelfde beroep inzetten om aan behandeldoelen van de patiënt te werken, geldt dit dan ook als verschillende beroepen bij de setting multidisciplinair?
Nee. De verschillende beroepen kunnen elkaar niet vervangen en tijd kan niet onderling uitbesteed of verdeeld worden.
Voor de multidisciplinaire setting is het van belang dat voor de behandeling van de patiënt de inzet van verschillende beroepen noodzakelijk is. Buiten de regiebehandelaar hebben meerdere verschillende beroepen tijdens de behandelfase contact met de patiënt.
Zie voor meer informatie de Prestatiebeschrijving van de setting ambulant – kwaliteitsstatuut sectie III – multidisciplinair van de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137b).
Zie ook de Informatiekaart Settings in het zorgprestatiemodel
Bron: NZa
Nee. De verschillende beroepen kunnen elkaar niet vervangen en tijd kan niet onderling uitbesteed of verdeeld worden.
Voor de multidisciplinaire setting is het van belang dat voor de behandeling van de patiënt de inzet van verschillende beroepen noodzakelijk is. Buiten de regiebehandelaar hebben meerdere verschillende beroepen tijdens de behandelfase contact met de patiënt.
Zie voor meer informatie de Prestatiebeschrijving van de setting ambulant – kwaliteitsstatuut sectie III – multidisciplinair van de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137b).
Zie ook de Informatiekaart Settings in het zorgprestatiemodel
Bron: NZa
Telt de regiebehandelaar als één van de minimaal twee vereiste behandelaren bij de setting multidisciplinair?
Nee. We zien de regiebehandelaar als een functie en niet als een beroep.
In de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137a) staat: “Buiten de regiebehandelaar hebben meerdere verschillende beroepen tijdens de behandelfase contact met de patiënt.” Naast de regiebehandelaar hebben dus twee verschillende consult-registrerende beroepen tijdens de behandelfase contact met de patiënt. Het kan voorkomen dat één van deze consult-registrerende beroepen hetzelfde beroep heeft als de regiebehandelaar. Raadpleeg voor meer informatie de ‘informatiekaart Settings’.
Bron: NZa
Nee. We zien de regiebehandelaar als een functie en niet als een beroep.
In de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (BR/REG-22137a) staat: “Buiten de regiebehandelaar hebben meerdere verschillende beroepen tijdens de behandelfase contact met de patiënt.” Naast de regiebehandelaar hebben dus twee verschillende consult-registrerende beroepen tijdens de behandelfase contact met de patiënt. Het kan voorkomen dat één van deze consult-registrerende beroepen hetzelfde beroep heeft als de regiebehandelaar. Raadpleeg voor meer informatie de ‘informatiekaart Settings’.
Bron: NZa
Telt een diagnostiekconsult tijdens de behandelfase, bijvoorbeeld door de psychiater, mee voor het aantal disciplines dat we inzetten bij de behandeling?
Nee. De diagnostiekfase telt niet mee voor het aantal disciplines dat u inzet voor het behandelen van de zorgvraag van de patiënt.
Diagnostiekactiviteiten kunnen wel onderdeel zijn van behandelconsulten, maar alleen consulten die enkel als doel hebben het uitvoeren van diagnostiek declareert u als een diagnostiekconsult. Een consult is een ononderbroken contact en kan niet deels als diagnostiekconsult en deels als behandelconsult worden gedeclareerd.
Bron: NZa
Nee. De diagnostiekfase telt niet mee voor het aantal disciplines dat u inzet voor het behandelen van de zorgvraag van de patiënt.
Diagnostiekactiviteiten kunnen wel onderdeel zijn van behandelconsulten, maar alleen consulten die enkel als doel hebben het uitvoeren van diagnostiek declareert u als een diagnostiekconsult. Een consult is een ononderbroken contact en kan niet deels als diagnostiekconsult en deels als behandelconsult worden gedeclareerd.
Bron: NZa
Wat is het verschil tussen de reguliere setting klinisch en de setting klinisch voor forensische en beveiligde zorg?
Bij de setting forensische en beveiligde zorg-klinische zorg gaat het om afdelingen die zijn ingericht op het opnemen van forensische patiënten. Dit kunnen afdelingen zijn van zorgaanbieders die door DJI zijn gecontracteerd om forensische zorg te leveren. Ook kunnen zorgaanbieders in deze besloten en beveiligde gespecialiseerde voorziening zorg leveren aan patiënten zonder strafrechtelijke titel die vallen onder de zorgverzekering. Dan geldt dit niet als een forensische, maar als een beveiligde setting.
Bron: NZa
Bij de setting forensische en beveiligde zorg-klinische zorg gaat het om afdelingen die zijn ingericht op het opnemen van forensische patiënten. Dit kunnen afdelingen zijn van zorgaanbieders die door DJI zijn gecontracteerd om forensische zorg te leveren. Ook kunnen zorgaanbieders in deze besloten en beveiligde gespecialiseerde voorziening zorg leveren aan patiënten zonder strafrechtelijke titel die vallen onder de zorgverzekering. Dan geldt dit niet als een forensische, maar als een beveiligde setting.
Bron: NZa
Welke setting moet een onderaannemer gebruiken bij het declareren van onderlinge dienstverlening? De setting van de uitbestedende zorgaanbieder? Of de eigen setting?
De onderaannemer gebruikt bij het declareren van onderlinge dienstverlening de setting waarin de patiënt bij de uitbestedende zorgaanbieder wordt behandeld. De patiënt is op basis van diens zorgvraag bewust verwezen naar die setting. Door de onderaanneming veranderen de zorgvraag van de patiënt en de uitvoering van zorg die daarbij past niet.
Bron: NZa
De onderaannemer gebruikt bij het declareren van onderlinge dienstverlening de setting waarin de patiënt bij de uitbestedende zorgaanbieder wordt behandeld. De patiënt is op basis van diens zorgvraag bewust verwezen naar die setting. Door de onderaanneming veranderen de zorgvraag van de patiënt en de uitvoering van zorg die daarbij past niet.
Bron: NZa
Generalistische basis-ggz
Is er een maximumaantal consulten voor behandeling in de gb-ggz?
Voor basis-ggz en gespecialiseerde ggz gelden dezelfde prestaties. De bekostiging van basis-ggz gaat niet meer uit van genormeerde tijden. De Staatssecretaris bevestigt dat in zijn brief aan de Tweede Kamer over de invoering van het zorgprestatiemodel, op pagina 9: In de basis-ggz vervallen de huidige genormeerde tarieven, die uitgaan van een bepaalde duur van het behandeltraject.
Tegelijkertijd wijst de Staatssecretaris op het belang van volumebeheersing en monitoring. Het is daarom niet uit te sluiten dat zorgverzekeraars voor gecontracteerde basis-ggz afspraken met zorgaanbieders zullen willen maken. Dit staat echter los van het zorgprestatiemodel.
Voor basis-ggz en gespecialiseerde ggz gelden dezelfde prestaties. De bekostiging van basis-ggz gaat niet meer uit van genormeerde tijden. De Staatssecretaris bevestigt dat in zijn brief aan de Tweede Kamer over de invoering van het zorgprestatiemodel, op pagina 9: In de basis-ggz vervallen de huidige genormeerde tarieven, die uitgaan van een bepaalde duur van het behandeltraject.
Tegelijkertijd wijst de Staatssecretaris op het belang van volumebeheersing en monitoring. Het is daarom niet uit te sluiten dat zorgverzekeraars voor gecontracteerde basis-ggz afspraken met zorgaanbieders zullen willen maken. Dit staat echter los van het zorgprestatiemodel.
Komt het onderscheid tussen basis-ggz en gespecialiseerde ggz helemaal te vervallen?
Als het zorgprestatiemodel wordt ingevoerd, gaan voor basis-ggz en gespecialiseerde ggz dezelfde prestaties gelden. Op declaraties van prestaties die voor basis-ggz in rekening worden gebracht, wordt het gb-ggz profiel vermeld. De basis-ggz zal dus voor zorgverlener, patiënt en zorgverzekeraar wel herkenbaar blijven. Het is niet uit te sluiten dat zorgverzekeraars voor gecontracteerde basis-ggz afspraken met zorgaanbieders zullen willen maken. Dit staat echter los van het zorgprestatiemodel.
Als het zorgprestatiemodel wordt ingevoerd, gaan voor basis-ggz en gespecialiseerde ggz dezelfde prestaties gelden. Op declaraties van prestaties die voor basis-ggz in rekening worden gebracht, wordt het gb-ggz profiel vermeld. De basis-ggz zal dus voor zorgverlener, patiënt en zorgverzekeraar wel herkenbaar blijven. Het is niet uit te sluiten dat zorgverzekeraars voor gecontracteerde basis-ggz afspraken met zorgaanbieders zullen willen maken. Dit staat echter los van het zorgprestatiemodel.
Acute ggz
Hoe kan ik acute zorg registeren?
Voor acute ggz binnen budget zijn er aparte consulten en verblijfsdagen.
Voor acute ggz buiten budget gebruikt u de gewone prestaties voor consulten en verblijfsdagen.
Bron: NZa
Voor acute ggz binnen budget zijn er aparte consulten en verblijfsdagen.
Voor acute ggz buiten budget gebruikt u de gewone prestaties voor consulten en verblijfsdagen.
Bron: NZa
Wanneer start ik een consult acute ggz binnen budget?
U kan een consult acute ggz declareren zodra wordt voldaan aan de prestatieomschrijving en er sprake is van direct, ononderbroken en zorginhoudelijke contact tussen zorgverlener en (forensische) patiënt of naasten van de patiënt.
De prestaties Acute ggz ter dekking van het budget zijn voor de acute ggz binnen budget gedurende de eerste 3 kalenderdagen. De datum van het eerste consult telt als eerste dag. Bij een eerste consult op een vrijdag is de looptijd van de consulten acute ggz dus tot en met zondag.
Bron: NZa
U kan een consult acute ggz declareren zodra wordt voldaan aan de prestatieomschrijving en er sprake is van direct, ononderbroken en zorginhoudelijke contact tussen zorgverlener en (forensische) patiënt of naasten van de patiënt.
De prestaties Acute ggz ter dekking van het budget zijn voor de acute ggz binnen budget gedurende de eerste 3 kalenderdagen. De datum van het eerste consult telt als eerste dag. Bij een eerste consult op een vrijdag is de looptijd van de consulten acute ggz dus tot en met zondag.
Bron: NZa
Wanneer moet ik opnieuw consulten acute ggz ter dekking van het budget registreren?
Het kan voorkomen dat er voor een acute ggz patiënt drie dagen consulten acute ggz zijn gedeclareerd. Er kan een nieuwe serie van drie dagen worden gedeclareerd zodra er sprake is van een nieuwe episode. Dit is een inhoudelijke beoordeling. In de regelgeving staan dus geen regels rondom wanneer er meer een nieuwe ‘serie’ van maximaal drie dagen consulten acute ggz mag worden gedeclareerd. er mogen meerdere series van consulten acute ggz ter dekking van het budget geregistreerd worden met hetzelfde zorgtrajectnummer.
Bron: NZa
Het kan voorkomen dat er voor een acute ggz patiënt drie dagen consulten acute ggz zijn gedeclareerd. Er kan een nieuwe serie van drie dagen worden gedeclareerd zodra er sprake is van een nieuwe episode. Dit is een inhoudelijke beoordeling. In de regelgeving staan dus geen regels rondom wanneer er meer een nieuwe ‘serie’ van maximaal drie dagen consulten acute ggz mag worden gedeclareerd. er mogen meerdere series van consulten acute ggz ter dekking van het budget geregistreerd worden met hetzelfde zorgtrajectnummer.
Bron: NZa
Regelgeving
Is er een verplichte aanlevering aan DIS in het zorgprestatiemodel?
De NZa ontvangt in het zorgprestatiemodel nog steeds declaratiegegevens, alleen leveren zorgaanbieders dit in 2022 en 2023 niet zelf aan. De NZa krijgt deze gegevens van de zorgverzekeraar/de DJI. Dit leest u in artikel 4.2 lid 1 van de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg(NR/REG-2214b).
Bron: NZa
De NZa ontvangt in het zorgprestatiemodel nog steeds declaratiegegevens, alleen leveren zorgaanbieders dit in 2022 en 2023 niet zelf aan. De NZa krijgt deze gegevens van de zorgverzekeraar/de DJI. Dit leest u in artikel 4.2 lid 1 van de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg(NR/REG-2214b).
Bron: NZa
Beroepen
Hoe verhoudt de veldafspraak over de tijdelijke invulling van het regiebehandelaarschap in 2022 en 2023 zich tot het Landelijk Kwaliteitsstatuut?
Vanaf 1 juli 2022 moet elke zorgaanbieder een kwaliteitsstatuut hebben dat voldoet aan het model van het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ (LKS). In dit model zijn er vier categorieën (A, B, C en D) voor complexiteit van problematiek en zorgaanbod en twee verschillende rollen (indicerend en coördinerend) voor regiebehandelaars. In het model worden ook nieuwe beroepsgroepen genoemd als mogelijke regiebehandelaar.
De nieuwe categorieën, rollen en beroepsgroepen zijn in 2022 en 2023 nog niet verwerkt in het zorgprestatiemodel. In 2022 en 2023 geldt voor het zorgprestatiemodel daarom de veldafspraak tijdelijke invulling van het regiebehandelaarschap. Daarin staat welke regiebehandelaars het zorgprestatiemodel in 2022 en 2023 kent, onderverdeeld naar type zorg (generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) en type zorgaanbieder (vrijgevestigde en instelling).
Let hierop bij het declareren van zorg. Is de regiebehandelaar iemand die dat volgens de veldafspraak niet kan zijn? Dan kan het zijn dat u niet voldoet aan de spelregel minimale betrokkenheid regiebehandelaar of dat de zorg niet voor vergoeding in aanmerking komt.
Een zorgverlener die volgens de veldafspraak tijdelijke invulling van het regiebehandelaarschap geen regiebehandelaar kan zijn, kan wel medebehandelaar zijn.
Vanaf 1 juli 2022 moet elke zorgaanbieder een kwaliteitsstatuut hebben dat voldoet aan het model van het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ (LKS). In dit model zijn er vier categorieën (A, B, C en D) voor complexiteit van problematiek en zorgaanbod en twee verschillende rollen (indicerend en coördinerend) voor regiebehandelaars. In het model worden ook nieuwe beroepsgroepen genoemd als mogelijke regiebehandelaar.
De nieuwe categorieën, rollen en beroepsgroepen zijn in 2022 en 2023 nog niet verwerkt in het zorgprestatiemodel. In 2022 en 2023 geldt voor het zorgprestatiemodel daarom de veldafspraak tijdelijke invulling van het regiebehandelaarschap. Daarin staat welke regiebehandelaars het zorgprestatiemodel in 2022 en 2023 kent, onderverdeeld naar type zorg (generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) en type zorgaanbieder (vrijgevestigde en instelling).
Let hierop bij het declareren van zorg. Is de regiebehandelaar iemand die dat volgens de veldafspraak niet kan zijn? Dan kan het zijn dat u niet voldoet aan de spelregel minimale betrokkenheid regiebehandelaar of dat de zorg niet voor vergoeding in aanmerking komt.
Een zorgverlener die volgens de veldafspraak tijdelijke invulling van het regiebehandelaarschap geen regiebehandelaar kan zijn, kan wel medebehandelaar zijn.
Hoe moet ik de toelichting bij het beroep WO-orthopedagoog en orthopedagoog-generalist in de beroepenlijst lezen? Wat betekent ‘Het merendeel van de patiënten … is jongvolwassen of heeft een bijkomende verstandelijke beperking.’?
In de toelichting staat ‘Het merendeel van de patiënten voor wie de zorg bekostigd wordt vanuit de Zvw of Wfz, is jongvolwassen of heeft een bijkomende verstandelijke beperking.’ Dit betekent allereerst dat de gedeclareerde zorg moet passen binnen de aanspraak volgens de Zvw of Wfz en niet in het domein van de Jeugdwet of Wmo mag liggen. Verder willen de programmapartijen met deze omschrijving aangeven welke patiëntengroep je op basis van het beroepscompetentieprofiel verwacht te zien bij de WO-orthopedagogen en/of orthopedagogen-generalist als het gaat om de Zvw-gefinancierde ggz en de fz.
De toelichting betekent niet dat een individuele WO-orthopedagoog en/of orthopedagoog-generalist niet voornamelijk volwassenen kan behandelen, bij hen kan ook sprake zijn van bijvoorbeeld een persoonlijke afhankelijkheidsrelatie of (gevolgen van) ontwikkelingsproblemen. Maar wel, dat een zorgverzekeraar aan een zorgaanbieder (werkgever) om een toelichting kan vragen, als achteraf blijkt dat het merendeel van Zvw- en Wfz-behandelingen door WO-orthopedagogen en/of orthopedagogen-generalist in de organisatie bij een andere doelgroep ligt dan je op grond van de algemene beschrijving zou mogen verwachten.
Een zorgverzekeraar kan altijd informatie opvragen over de inzet van professionals bij bepaalde groepen patiënten. Dit is dan een vraag over gepast gebruik van zorg. Het is aan de individuele organisatie om bij vragen van zorgverzekeraars over de gepastheid van de geleverde zorg een onderbouwing te geven. Het antwoord op zo’n vraag kan leiden tot verbeterafspraken over toekomstige zorgverlening en over eventuele consequenties van het niet halen van die verbeterafspraken. Gesprekken over Gepast Gebruik op lokaal niveau kunnen leiden tot nieuwe inzichten op landelijk niveau over de inzet van de orthopedagoog-generalist en de WO-orthopedagoog voor andere patiëntgroepen.
In de toelichting staat ‘Het merendeel van de patiënten voor wie de zorg bekostigd wordt vanuit de Zvw of Wfz, is jongvolwassen of heeft een bijkomende verstandelijke beperking.’ Dit betekent allereerst dat de gedeclareerde zorg moet passen binnen de aanspraak volgens de Zvw of Wfz en niet in het domein van de Jeugdwet of Wmo mag liggen. Verder willen de programmapartijen met deze omschrijving aangeven welke patiëntengroep je op basis van het beroepscompetentieprofiel verwacht te zien bij de WO-orthopedagogen en/of orthopedagogen-generalist als het gaat om de Zvw-gefinancierde ggz en de fz.
De toelichting betekent niet dat een individuele WO-orthopedagoog en/of orthopedagoog-generalist niet voornamelijk volwassenen kan behandelen, bij hen kan ook sprake zijn van bijvoorbeeld een persoonlijke afhankelijkheidsrelatie of (gevolgen van) ontwikkelingsproblemen. Maar wel, dat een zorgverzekeraar aan een zorgaanbieder (werkgever) om een toelichting kan vragen, als achteraf blijkt dat het merendeel van Zvw- en Wfz-behandelingen door WO-orthopedagogen en/of orthopedagogen-generalist in de organisatie bij een andere doelgroep ligt dan je op grond van de algemene beschrijving zou mogen verwachten.
Een zorgverzekeraar kan altijd informatie opvragen over de inzet van professionals bij bepaalde groepen patiënten. Dit is dan een vraag over gepast gebruik van zorg. Het is aan de individuele organisatie om bij vragen van zorgverzekeraars over de gepastheid van de geleverde zorg een onderbouwing te geven. Het antwoord op zo’n vraag kan leiden tot verbeterafspraken over toekomstige zorgverlening en over eventuele consequenties van het niet halen van die verbeterafspraken. Gesprekken over Gepast Gebruik op lokaal niveau kunnen leiden tot nieuwe inzichten op landelijk niveau over de inzet van de orthopedagoog-generalist en de WO-orthopedagoog voor andere patiëntgroepen.
Ik ben als WO-pedagoog in opleiding tot psychotherapeut. Ik heb geen LOGO-verklaring hoeven aanvragen om de opleiding te starten. Kan ik dan wel declarabele consulten registreren als WO-orthopedagoog zolang de opleiding voortduurt?
De WO-orthopedagoog of WO-pedagoog in opleiding tot Psychotherapeut mag declarabele consulten registreren als WO-Orthopedagoog.
Voor het starten van deze opleiding heb je een geldige LOGO-verklaring nodig óf heb je moeten aantonen dat bepaalde onderdelen deel hebben uitgemaakt van de vooropleiding. Voor de eerste situatie communiceerden we al eerder dat het registreren van declarabele consulten ook mogelijk is als de LOGO-verklaring vervallen is en de opleiding nog voortduurt. Ook voor de tweede situatie is het niet nodig een LOGO-verklaring aan te vragen zolang de opleiding voortduurt.
De WO-orthopedagoog of WO-pedagoog in opleiding tot Psychotherapeut mag declarabele consulten registreren als WO-Orthopedagoog.
Voor het starten van deze opleiding heb je een geldige LOGO-verklaring nodig óf heb je moeten aantonen dat bepaalde onderdelen deel hebben uitgemaakt van de vooropleiding. Voor de eerste situatie communiceerden we al eerder dat het registreren van declarabele consulten ook mogelijk is als de LOGO-verklaring vervallen is en de opleiding nog voortduurt. Ook voor de tweede situatie is het niet nodig een LOGO-verklaring aan te vragen zolang de opleiding voortduurt.
Een zorgprofessional heeft een EVC-verklaring voor een specifiek vereist diploma in de beroepenlijst. Mag deze professional als het betreffende beroep declarabele consulten registeren?
Dat mag, als een EVC-verklaring aantoont dat aan de betreffende diploma-eis volledig wordt voldaan. De EVC-verklaring wordt dan gelijk gesteld aan het diploma dat volgens de beroepenlijst is vereist.
Dat mag, als een EVC-verklaring aantoont dat aan de betreffende diploma-eis volledig wordt voldaan. De EVC-verklaring wordt dan gelijk gesteld aan het diploma dat volgens de beroepenlijst is vereist.
Onder welke beroepsgroep vallen BIG-opleidelingen?
Een opleideling valt onder het beroep waarvoor hij of zij al wel is gediplomeerd. Dus een psycholoog in opleiding tot gz-psycholoog registreert als WO-psycholoog (een beroep in de categorie ‘overige beroepen’). En een arts in opleiding tot psychiater registreert als arts. De opleideling registreert dus niet als het beroep waarvoor hij of zij nog in opleiding is.
Een opleideling valt onder het beroep waarvoor hij of zij al wel is gediplomeerd. Dus een psycholoog in opleiding tot gz-psycholoog registreert als WO-psycholoog (een beroep in de categorie ‘overige beroepen’). En een arts in opleiding tot psychiater registreert als arts. De opleideling registreert dus niet als het beroep waarvoor hij of zij nog in opleiding is.
Wat is de plek van WO-psychologen in het zorgprestatiemodel?
Het beroep WO-psycholoog staat op de lijst consult-registrerende beroepen. WO-psychologen kunnen consulten registreren in de categorie ‘overige beroepen’. Met ingang van 2024 moet elke WO-psycholoog wel aan voorwaarden voldoen. Die voorwaarden staan ook in de lijst. De lijst is te vinden onder Aan de slag > Downloads > Informatie over beroepen.
Het beroep WO-psycholoog staat op de lijst consult-registrerende beroepen. WO-psychologen kunnen consulten registreren in de categorie ‘overige beroepen’. Met ingang van 2024 moet elke WO-psycholoog wel aan voorwaarden voldoen. Die voorwaarden staan ook in de lijst. De lijst is te vinden onder Aan de slag > Downloads > Informatie over beroepen.
Zorgvraagtypering
Hoe lever ik de gegevens over zorgvraagtypering aan de NZa aan zonder elektronisch patiëntendossier (EPD)?
NZa wil de gegevens over zorgvraagtypering niet ontvangen van zorgaanbieders die zonder EPD werken. Om de privacy van de patiënt te beschermen moeten er enkele ingewikkelde bewerkingen op de gegevens van uw patiënten worden uitgevoerd. Op verzoek van de NZa kunnen de EPD’s deze bewerkingen uitvoeren. Als u geen EPD heeft is dat veel ingewikkelder. De bewerkingen zijn tijdrovend en foutgevoelig als u deze zelf zou uitvoeren. Het zou u dus veel werk kosten en slechte kwaliteit gegevens opleveren. Daarom wil de NZa deze gegevens niet ontvangen als u geen EPD heeft.
U kunt via dit formdeskformulier aan de NZa doorgeven dat u geen EPD heeft. Wij zullen u dan niet verder benaderen voor het aanleveren van gegevens over zorgvraagtypering.
Bron: NZa
NZa wil de gegevens over zorgvraagtypering niet ontvangen van zorgaanbieders die zonder EPD werken. Om de privacy van de patiënt te beschermen moeten er enkele ingewikkelde bewerkingen op de gegevens van uw patiënten worden uitgevoerd. Op verzoek van de NZa kunnen de EPD’s deze bewerkingen uitvoeren. Als u geen EPD heeft is dat veel ingewikkelder. De bewerkingen zijn tijdrovend en foutgevoelig als u deze zelf zou uitvoeren. Het zou u dus veel werk kosten en slechte kwaliteit gegevens opleveren. Daarom wil de NZa deze gegevens niet ontvangen als u geen EPD heeft.
U kunt via dit formdeskformulier aan de NZa doorgeven dat u geen EPD heeft. Wij zullen u dan niet verder benaderen voor het aanleveren van gegevens over zorgvraagtypering.
Bron: NZa
Is het vastleggen van een zorgvraagtypering verplicht?
Ja, vanaf 2022 wordt het zorgvraagtype verplicht op de factuur vermeld bij de zorgprestaties. De verplichting geldt per patiënt, niet per prestatie. De zorgvraagtypering gaat mee bij iedere declaratie, tenzij er een privacyverklaring is ondertekend. Er is één uitzondering: bij diagnostiekconsulten is het vermelden van het zorgvraagtype optioneel.
Bron: NZa
Ja, vanaf 2022 wordt het zorgvraagtype verplicht op de factuur vermeld bij de zorgprestaties. De verplichting geldt per patiënt, niet per prestatie. De zorgvraagtypering gaat mee bij iedere declaratie, tenzij er een privacyverklaring is ondertekend. Er is één uitzondering: bij diagnostiekconsulten is het vermelden van het zorgvraagtype optioneel.
Bron: NZa
Wie typeert de zorgvraag?
De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor de zorgvraagtypering.
Bron: NZa
De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor de zorgvraagtypering.
Bron: NZa
Blijft een DSM-diagnose verplicht?
In transitieperiode 2022 en 2023 wordt voor de gespecialiseerde ggz en de fz de DSM-5 classificatie geregistreerd en de diagnosehoofdgroep op de factuur vermeld. Voor zorg die voorheen onder de basis-ggz zou vallen, wordt in plaats van de DSM-hoofdgroep het gb-ggz profiel bij de declaratie vermeld. In principe vervalt de DSM-hoofdgroep op de factuur na twee jaar.
Bron: NZa
In transitieperiode 2022 en 2023 wordt voor de gespecialiseerde ggz en de fz de DSM-5 classificatie geregistreerd en de diagnosehoofdgroep op de factuur vermeld. Voor zorg die voorheen onder de basis-ggz zou vallen, wordt in plaats van de DSM-hoofdgroep het gb-ggz profiel bij de declaratie vermeld. In principe vervalt de DSM-hoofdgroep op de factuur na twee jaar.
Bron: NZa
Hoe verhoudt de DSM-classificatie zich tot de zorgvraagtypering?
De zorgvraagtypering vervangt de primaire DSM-classificatie niet. Wel beogen we om het vermelden van de diagnosehoofdgroep op de factuur te laten vervallen vanaf 2024. De zorgvraagtypering neemt de functie van de diagnosehoofdgroep op de factuur vanaf dat moment over.
Met behulp van de DSM-5 wordt, aan de hand van klachten en symptomen, gekeken aan welke diagnoseclassificatie(s) de patiënt voldoet. Het doel van de zorgvraagtypering is niet om tot een diagnose te komen, maar om de klachten en symptomen in een breder perspectief te plaatsen. Drie elementen vormen de basis bij het bepalen van het zorgvraagtype:
- de inschatting van de aard en ernst van de klachten en gedragsproblemen;
- de beperkingen in het functioneren;
- het risico dat de patiënt voor zichzelf of zijn/haar omgeving vormt.
De zorgvraagtypes worden gerelateerd aan de zorg die een patiënt nodig heeft en ontvangt in termen van intensiteit, hoeveelheid en duur. Het is aan te bevelen om de e-learning Zorgvraagtypering / GGZ Ecademy te volgen, hierin wordt de zorgvraagtypering goed uitgelegd.
Bron: NZa
De zorgvraagtypering vervangt de primaire DSM-classificatie niet. Wel beogen we om het vermelden van de diagnosehoofdgroep op de factuur te laten vervallen vanaf 2024. De zorgvraagtypering neemt de functie van de diagnosehoofdgroep op de factuur vanaf dat moment over.
Met behulp van de DSM-5 wordt, aan de hand van klachten en symptomen, gekeken aan welke diagnoseclassificatie(s) de patiënt voldoet. Het doel van de zorgvraagtypering is niet om tot een diagnose te komen, maar om de klachten en symptomen in een breder perspectief te plaatsen. Drie elementen vormen de basis bij het bepalen van het zorgvraagtype:
- de inschatting van de aard en ernst van de klachten en gedragsproblemen;
- de beperkingen in het functioneren;
- het risico dat de patiënt voor zichzelf of zijn/haar omgeving vormt.
De zorgvraagtypes worden gerelateerd aan de zorg die een patiënt nodig heeft en ontvangt in termen van intensiteit, hoeveelheid en duur. Het is aan te bevelen om de e-learning Zorgvraagtypering / GGZ Ecademy te volgen, hierin wordt de zorgvraagtypering goed uitgelegd.
Bron: NZa
Gebruiken we voor de fz dezelfde zorgvraagtypering als voor de ggz?
Er is één model voor zorgvraagtypering met twee afslagen: een voor ggz en een voor fz. Voor de zorgvraagtypering ggz vormen de 21 hoofdclusters de basis en is de HoNOS+ vragenlijst het instrument. Voor de forensische patiënt bepaalt het recidiverisico in combinatie met de ernst van het delict en eventuele responsiviteitproblemen het zorgvraagtype. Deze score wordt bepaald met bestaande risicotaxatie instrumenten, niet met de HoNOS+ vragenlijst.
Er is één model voor zorgvraagtypering met twee afslagen: een voor ggz en een voor fz. Voor de zorgvraagtypering ggz vormen de 21 hoofdclusters de basis en is de HoNOS+ vragenlijst het instrument. Voor de forensische patiënt bepaalt het recidiverisico in combinatie met de ernst van het delict en eventuele responsiviteitproblemen het zorgvraagtype. Deze score wordt bepaald met bestaande risicotaxatie instrumenten, niet met de HoNOS+ vragenlijst.